zaterdag 23 april 2011

Van katjes tot kattenkwaad

De achtertuin, die naar ontwerp van ondergetekende,  inmiddels in de laatste fase van afwerking is belandt nu het gras net vers is gelegd, heeft zijn aantrekkingskracht op mens en dier. Van s’morgens vroeg tot s ‘avonds laat vliegen meesjes in allerlei soorten en mama-merels af en aan. Om te poedelen in het vijvertje. Of wormen en insekten te vangen, voor het kroost dat in de verschillende vogelhuisjes aan de kennelmuur om hun maaltijd schettert. Regelmatig springt Dobby over het tijdelijk geïmproviseerde hek, dat het nieuwe terras van de grasvlakte scheidt, om die invasie van flierefluiters in te tomen.

Na gedane zaken gaat hij zitten aan de graskant van het hekwerk, wachtend op het gemopper van baas of vrouwtje omdat hij weer erover heen is gesprongen. Stiekem hebben wij het vermoeden dat hij dit doet om toch, ook al mag hij dat vanwege zijn HD niet meer, een portie behendigheid te kunnen doen. Want als we roepen dat hij terug moet komen, trekt hij zijn neus op en doet alsof ie oost-indisch doof is…tot we alleen “Hoog” roepen en hij met een gracieuze sprong vanuit stand over het hekwerk terugspringt. Ons duveltje!!!

Het mooie weer nodigt uit tot heerlijke wandelingen langs het kanaal en door het bos waarna de honden de koelte van het huis opzoeken om weer te acclimatiseren. Prachtig is het dat alles in de natuur in kleur en geur staat alleen kan de stofzuiger elke dag meerdere keren van stal gehaald worden om de tapijt van katjes, meegesleept door de honden van zo’n wandeling, weer om te toveren tot tegelvloer.

Het zomerse biedt natuurlijk ook een goed excuus om weer op zaterdag als de ijscoman langskomt een heerlijk ijsje te nuttigen.  Zodra de batjes in de gaten krijgen dat we ijs hebben dan hebben we opeens zulke lieve honden.

Likkebaardend zitten ze gedrieën om je heen, keurig wachtend op een likje ijs of zoals vrouwtje vaker heeft, milkshake banaan. Er worden drie ikea bakjes uitgehaald waar ze een paar lepeltjes milkshake indoet voor elk en die worden zo leeg gelikt dat ze bijna schoon de kast terug in kunnen. Als vrouwtje aan het laatste beetje is, gaan de oren op scherp want wie krijgt vandaag het rietje, dekseltje of “de Beker” om af te lebberen.  Die beker daar doen ze het om, want zo’n dekseltje of rietje die is snel leeg en schuift altijd weg, maar deBeker, die kun je blijven likken, terwijl hij om je neus klemt.

En Nelson heeft het de afgelopen week maar druk gehad met de grijze kat van onze overburen. Deze gaat elke dag eventjes naar “oma”die naast ons woont voor zijn viskoekje. Prima, maar volgens Nelson mag ie dat niet via onze tuin. Als hij voor is dan moet je hem verjagen vind Nel. Zeker als zo’n kat zich verstopt onder “zijn”kar op “zijn”oprit.

 Alleen een kat kan door het Heras hekwerk dat langs de oprit staat en ..ja… een beardie, die is toch net iets te dik…

Katlief heeft nu in de gaten dat hij Nelson kan pesten door zich alleen maar te laten zien. Bang voor honden is hij namelijk niet, zijn huisgenoten zijn namelijk een bastaardhondje en een Vizla.

En zo komt het geregeld voor dat er plots een grote zwarte beardie voor het raam staat met een woeste grom/blaf, voor een kat die aan de overkant van de straat op zijn oprit heen en weer paradeert en dan zo gaat zitten dat hij richting ons huis “kijkt”.  En ja, dat zet kwaad bloed bij Nelson want stel je voor dat die kat weer bij ons in de voortuin komt …